Meest recente berichten
Recente reacties
- hherzog op De herinnering van peter
- Kees Bangma op De herinnering van peter
- hherzog op Contact
- Louis van der Kallen op Contact
- Ria Vos op Pius Ziekenhuis 1887 – 1982.
Archief
- maart 2020
- maart 2019
- oktober 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- mei 2018
- maart 2018
- januari 2018
- november 2017
- oktober 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- oktober 2013
- augustus 2013
- maart 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- april 2012
- februari 2012
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
Categorieën
- 't Geuzenjonk van Harderwijck (14)
- Belgen in Harderwijk (5)
- Claes van Ermel (17)
- De kranten over het koloniale leger (5)
- Diverse gedichten (25)
- Geldersche Volks-almanak (4)
- H.G. Haasloop Werner. (21)
- Harderwijk als Hanzestad (11)
- Harderwijk jaren 30 (1)
- Hierden (2)
- Jeugd herinneringen door W.J. Polen (13)
- Krantenbericht 1770 Akademie Harderwijk (1)
- Krantenberichten (3)
- kruidenier Aarts (1)
- Nunspeet (1)
- oude ambachten (1)
- Oudheidkundig jaarboek juni 1923 (6)
- P.Poorter verhalenbundel (32)
- Pius Ziekenhuis 1887 – 1982 (1)
- Redactie (5)
- sagen en legenden rond de Zuiderzee (8)
- Verdwenen plekjes van Harderwijk en Hierden (1)
- Verhalen bundel (105)
- Zoekertjes (2)
- Zuiderzee-partij (1)
De foekerommelpot, de poasbleek en nog meer.

De foekerommelpot, de poasbleek en nog meer.
Meer as teugeswoordug was de ouwejoarsaved wat weemoedug – de joarwisseling dee mien a n as ut verspringen van een slot, een opluchting. Niejoar de volgende margen betekenden een nieje wereld.
Posted in P.Poorter verhalenbundel
Leave a comment
As kleine jonge noar de Grote Karke

As kleine jonge noar de Grote Karke.
De stilte van de zondagmargen kojje veulen. Ook bie ons waren de lancaster gordienen veur de uutstalkasten neer – eloaten en blauwe horren veur de dubbele winkeldeure.Uut ut kammenet kwammen de dikke karkboeken te veurschien met zogenaamde Duutse letters; dat van m’n moeder had een zulveren slot en d’r lag van overlang een pauwenveertjen in.
Posted in P.Poorter verhalenbundel
Leave a comment
Op en om de Zuiderzee.

Als aanvulling en nabericht op het vorige verhaal plaatsen wij onderstaand artikel, hetwelk dezer dagen (1929) in “De Standaard”verscheen en waarin hetzelfde verhaald wordt, als in het dertiende hoofdstuk van Claes van Ermel.
Op en om de Zuiderzee.
( “Vechtelrie ende rove”)
Onze visschers klagen wel eens.
En terecht!
Posted in Claes van Ermel
Leave a comment
Hoofdstuk 14 Hoe Claes van Ermel zijn been verloor en een vrouw won

Hoofdstuk 14
Hoe Claes van Ermel zijn been verloor en een vrouw won.
`t Is October, een half jaar na de schermutseling met de Amsterdammers.
Op de reede van Harderwijck wapperen kleurige vlaggen vrolijk uit in de heldere najaarslucht en geven aan het zich voor de oogen ontrollende tafereeleen recht feestelijk aanzien.
Posted in Claes van Ermel
Leave a comment
Hoofdstuk 13 Hoe de Amsterdammers er van langs kregen.

Hoofdstuk 13
Hoe de Amsterdammers er van langs kregen.
Sinds de gebeurtenissen, in het vorige hoofdstuk vermeld, zijn er enkele jaren verloopen.
De weduwe van Seger Woltersen, is op aanraden en met steun van hare familie, de koopmanschap en schippersaffaire van haar man blijven voortzetten. De kogge, die hecht en sterk gebouwd was, had door de stranding op de “Vlakke plaat”wel geleden, maar nadat men het schip gelicht en naar de werf te Kuinre had gebracht, was het gauw weer zeewaardig gemaakt. Van de lading was zoo goed als niets terecht gekoomen, gelijk wel te denken was. Rooie Sicco en de anderen van zijn slag hadden daarvoor wel gezorgd.
Posted in Claes van Ermel
Leave a comment
Hoofdstuk 12(2) Bij “Rooie Sicco”.

Hoofdstuk 12 (2/2)
Bij “Rooie Sicco”.
“Heb jelui geen stuk brood of ander eten bij je?”vraagt Claes aan Sicco, na het wisselen van de eerst woorden. “We vallen haast van de graat”, voegt hij er aan toe,”want we hebben geen half etmaal nat of droog over ons lippen gehad”.
Posted in Claes van Ermel
Leave a comment
Hoofdstuk 12(1/2) Bij “Rooie Sicco”.

Hoofdstuk 12 (1/2)
Bij ”Rooie Sicco”.
Ongeveer halverwege Kuinre en Blokzijl, op een plek, waar toendertijd buiten de zeedijk een flink stuk grasland zich uitstrekte, stond op het hoogste gedeelte daarvan, dicht bij den dijk een kleine woning,aan de noord- en de westzijde beschut door eenige oude knoestige vlierbesstruiken. Aan de zuidkant, een honderdtal schreden in die richting, drong een ondiepe, door lang riet en dito biezen omzoomde kreek vanaf den zeekant in het land op en vormde een veilige en natuurlijke haven voor een kleine, tamelijk wrakke visschersboot.
Posted in Claes van Ermel
Leave a comment